Ondersteuning op een reguliere school

Ouders kunnen met een hulpvraag ten eerste terecht op school. Leerkrachten op school zijn samen met intern begeleiders verantwoordelijk voor passende ondersteuning voor elke leerling. Vaak is het zo dat de leerkracht (eventueel op verzoek van ouders) een hulpvraag stelt, en dat de intern begeleider, samen met ouders en de leerkracht, gaat onderzoeken en kijken wat een passende oplossing is.

Als de benodigde ondersteuning op school niet geboden kan worden of wanneer school en ouders er samen niet uitkomen dan kan de intern begeleider, met instemming van ouders, de bovenschoolse ondersteuningscoördinator (boc’er) betrekken. Deze zal samen met school en ouders onderzoeken of de oplossing binnen school of binnen het schoolbestuur geboden kan worden. Kan deze oplossing niet binnen de school of het schoolbestuur geboden worden, dan wordt er binnen ons Samenwerkingsverband (115 scholen) besproken of een andere school dit wel kan. Dat kan een andere basisschool zijn, of een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs.

Basisondersteuning

De basisondersteuning bestaat uit twee niveaus: het reguliere onderwijsproces en de daarbij horende interventies (niveau 1) en de uitgebreide basisondersteuning binnen de school (niveau 2).

Waaruit bestaat basisondersteuning?

In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) geven scholen aan welke basisondersteuning ze bieden. Hierover zijn er binnen het Samenwerkingsverband gezamenlijke afspraken gemaakt. Basisondersteuning is passend binnen de eigen schoolcultuur, het onderwijsconcept en de structuur van de school. Ouders en leerlingen zijn altijd betrokken bij de geboden basisondersteuning. Samen zijn zij verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de leerling.

Reguliere basisondersteuning (Niveau 1)

Bij reguliere basisondersteuning gaat het om de begeleiding aan de leerling binnen de leeromgeving op school. De ondersteuning is geïntegreerd in het reguliere (onderwijs)programma. Denk aan kwalitatief goed mentoraat en verantwoord pedagogisch handelen. Maar ook differentiatie en preventieve activiteiten op didactisch gebied maken hier deel van uit. Denk hierbij aan goed lees- en spellingsonderwijs en goed rekenonderwijs.

Uitgebreide basisondersteuning (Niveau 2)

Uitgebreide basisondersteuning is bedoeld voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben dan binnen het reguliere onderwijsproces mogelijk is. Deze ondersteuning is in principe tijdelijk van aard. De leerlingen volgen de lessen binnen de reguliere setting, eventueel met aanpassingen in hun programma. Het zijn zoveel mogelijk oplossingen op maat. Dit betekent dat de intensiteit van het traject en de soort ondersteuning per leerling kan verschillen. Wanneer er sprake is van lees- en spellingsproblemen, dyslexie, rekenproblemen of dyscalculie, worden eveneens extra begeleiding en specifieke interventies ingezet. Deze interventies zijn protocollair (en landelijk) vastgelegd.

Als blijkt dat een traject van uitgebreide basisondersteuning niet succesvol is, volgt de zoektocht naar mogelijkheden voor andere ondersteuning of naar een gespecialiseerd onderwijsaanbod. We hebben het dan over extra ondersteuning thuisnabij of speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO).

Extra ondersteuning op school (Niveau 3)

Wanneer de inzet van de basisondersteuning onvoldoende blijkt, kan de intern begeleider, met instemming van ouders, de boc’er betrekken. Via het interdisciplinair overleg bespreken alle betrokken partijen met de ouders de ondersteuningsbehoefte van de leerling en/of leerkracht. De toewijzing van extra ondersteuning is gebaseerd op handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD). Dat wil zeggen dat de mogelijkheden van het kind het vertrekpunt zijn. Extra ondersteuning moet het handelen van de leerkracht versterken en/of individuele begeleiding van het kind mogelijk maken.

De inzet van extra ondersteuning is tijdelijk van aard en wordt toegekend in de vorm van arrangementen binnen het reguliere basisonderwijs.

Voor wie is de extra ondersteuning?

De extra ondersteuning is bedoeld voor leerlingen die behoefte hebben aan meer ondersteuning dan zij binnen de basisondersteuning kunnen krijgen. Ze hebben een bovengemiddelde behoefte aan structuur, nabijheid en veiligheid in hun leeromgeving. De oorzaak van de ondersteuningsbehoefte ligt bij een stapeling van problematieken of complexe problematiek binnen het leergebied, gedrag en/of andere belemmeringen. Het gaat om leerlingen die in de reguliere school dreigen uit te vallen of uitvallen. Na instap of terugkeer in het reguliere onderwijsproces kunnen zij vanuit het arrangement nazorg krijgen, als dat nodig is.

Waaruit bestaat de extra ondersteuning?

Elke school ontvangt van het Samenwerkingsverband middelen om de extra ondersteuning dichtbij huis in te richten. Scholen maken samen afspraken over een dekkend ondersteuningsaanbod in de regio van het Samenwerkingsverband en kijken welke expertise daarbij nodig is. Elke school omschrijft de extra ondersteuningsmogelijkheden die zij kan bieden in het eigen schoolondersteuningsprofiel.

Scholen stellen voor elke leerling met extra ondersteuning een Ontwikkelingsperspectief (OPP) op.